Bijna. Het triestste woord in onze taal (of toch niet?)
Bijna. Vijf schamele letters die klinken als een universele schouderklop en een trap na tegelijk. Het woord waar de hoop nog net ademhaalt, terwijl de teleurstelling in de startblokken staat. Denk er maar eens over na: bijna heeft ons allemaal ooit pijn gedaan.
Bijna de ware liefde – en dan vertelt zij dat zij tóch liever met haarzelf samenwoont.
Bijna eerste op die marathon – maar ja, jouw veters versus haar mentaliteit.
Bijna je droombaan – en dat omdat je nét iets te enthousiast vertelde over je katten in het sollicitatiegesprek.
Het leven zit vol bijna’s. Maar waarom voelt dat woord zó hard? Simpel: bijna is het verschil tussen dromen en doen. Tussen veilig balanceren op het randje van je comfortzone, en gewoon springen.
De psychologie van "bijna"
Wat maakt bijna nou zo’n venijnig woord? Het ligt ergens tussen trots en frustratie. Als je bijna iets bereikt, weet je dat je het in je hebt, maar is er iets wat je tegenhoudt. Een innerlijke criticus, een slechte dag, of misschien gewoon een excuus dat je stiekem maar al te graag accepteert.
Maar laten we eerlijk zijn: hoeveel van jouw "bijna’s" waren echt onvermijdelijk? Hoeveel waren veilig? Jezelf vertellen dat je "het toch hebt geprobeerd"? Ja, dat is fijn. Maar is het genoeg?
Van bijna naar helemaal
Hier komt de twist. Bijna is niet het eindstation. Het is een tussenstop. Een kans om je af te vragen: wat heeft me tegengehouden? Was het angst? Twijfel? Of de wereldkampioen uitstellen tot ik er klaar voor ben?
En hier komt de coaching-insteek: als je vastzit in de bijna-spiraal, betekent dat niet dat je hebt gefaald. Het betekent dat je meer kunt dan je jezelf toestaat. "Bijna" is geen excuus, het is een uitnodiging.
Bijna de ware liefde? Misschien was dat een spiegel om eerst van jezelf te leren houden.
Bijna eerste? Een reminder dat je zonder strijd niet groeit.
Bijna je droombaan? Een wake-up call om het nóg serieuzer aan te pakken.
"Bijna" als brandstof
Humoristisch genoeg zit er kracht in dat trieste woord. Elke bijna geeft je de kans om terug te kijken en vooruit te dromen. Dus in plaats van je te laten afleiden door de pijn van de net-niet, kun je jezelf de vraag stellen: wat als ik de volgende keer een stap verder ga?
En hé, zelfs als het weer bijna is, sta je weer een stukje verder dan gisteren. Misschien moeten we "bijna" maar gewoon knuffelen. Niet als eindpunt, maar als begin. Een bewijs dat je onderweg bent.
Dus, mijn lieve lezers, hier is de uitdaging: kijk terug op je bijna’s en vraag jezelf af: wat had ik anders kunnen doen? Durf je te springen, je ego aan de kant te schuiven en te gaan voor helemaal? Of blijf je hangen in dat melancholische niemandsland?
Keuze is aan jou. Maar onthoud: bijna is leuk voor een blog, maar zonde in je leven.